De mijngang voor leisteen in Recht

Gedurende enkele eeuwen werd de blauwe leisteen in steengroeven gewonnen. In het midden van de jaren 1880 werd met een mijngang door de gebroeders Margraff begonnen om een winstgevende voorraad voor daklei te vinden. De exploitatie in de steengroeven was wegens de al bereikte diepte te moeilijk geworden.

1886 begonnen de werkzaamheden aan de bovenste mijngang en vanaf 1890 tot 1895 werd de onderste mijngang, die ruim 60 meter onder de aardoppervlakte ligt, bewerkt. De gemiddelde voortgang van de winning was 30 centimeter per dag en werd door middel van buskruit bereikt.

De onderste mijngang kende pas na 300 meter het gewenste succes, dus een voorraad van bruikbare steen. Deze voorraad had een oppervlakte van circa 100 meter en de zalen waren op bepaalde plaatsen 14 meter hoog. Daarom heten ze in de volksmond de 'kathedraal'.

De ondergrondse winning van leiplaten was georganiseerd zoals in een steengroeve. De 750 kilo zware steenblokken werden met lorries naar buiten gebracht. Een deel van het spoorwegnet bestaat nog.

De temperatuur in de mijngang verandert nooit en blijft zowel in de zomer als in de winter constant bij 7°C. De relatieve luchtvochtigheid bereikt ongeveer 100% en de bovenste en onderste mijngangen zijn door een luchtschacht met elkaar verbonden zodat er steeds een briesje staat.

Van de gewonnen stenen waren 80% niet voor een eersteklas verwerking te gebruiken. De "Rechter" blauwe leisteen kon niet dun genoeg gespleten worden om er dakleien van te maken. Dit heeft zeker ertoe bijgedragen, dat de mijn voor blauwe leisteen voor WO I gesloten werd. Het bedrijf van de gebroeders Margraff stelde 25 medewerkers tewerk.

De blauwe lei: een handelsmerk van Recht

De blauwe lei uit Recht had veel succes in en buiten dorp en land omdat de lei veel goede eigenschappen had en voor zeer veel dingen gebruiken kon worden. Zelfs heden ten dage heeft deze blauwgrijze, respectievelijk roodpaarse steen niets van zijn charme verloren.

De blauwe lei uit Recht is uiterst resistent ten opzichte van het weer en de invloeden van het milieu. Omdat hij bestand is tegen zuur, werd hij gebruikt als trog voor zuurkool of als looikuil in de leerindustrie van Sankt Vith, Malmedy, Stavelot en zelfs Antwerpen.

Het meest bekend werd de blauwe lei uit Recht door zijn gebruik op sacraal vlak. Niet alleen kruisen werden uit deze steen vervaardigd, ook venster- en deurkozijnen, hoek- en slotstenen, veetroggen, gootstenen, tafels, vloerstenen, varkenstroggen of waterleidingen.

De oudste grafplaat uit "Rechter" blauwe lei ligt in de kapel van Wiesenbach bij Sankt Vith. Men herkent erop het jaar 1649. Ze werd dus een jaar na de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) op deze plaats neergelegd.

Het oudste kruis staat in Mackenbach in de buurt van Sankt Vith en herinnert aan een in 1719 overleden wethouder uit Sankt Vith. De vroegere kruisen waren uiterst waardevolle meesterwerken van Tiroolse steenhouwers. De plaatsen in Recht waar goede blauwe lei gewonnen werd, lagen vermoedelijk in het perceel "Am Stein", later werd er op de "Feckelsborn" gewerkt. De laatste steengroeve voor de blauwe lei werd in 1920 gesloten.

Rond de winning van de blauwe lei ontstond mettertijd een hele steenindustrie. Het gezegde "Kruisen en varkenstroggen hebben de mensen het dagelijkse brood gegeven" verklaart de betekenis van steennijverheid in het dorp Recht.

Tiroolse steenhouwers maakten de blauwe lei bekend

Het dorp Recht won van de 17e eeuw tot de 20e eeuw de blauwe lei, maar de toevloed van Tiroolse steenhouwers aan het begin van de 18e eeuw beïnvloedde de verwerking van de blauwe lei en gaf aan de producten een nieuwe vormgeving, die met een nieuwe opleving samenging. Getuige hiervan is het kruis van 1719 in Mackenbach.

De Tiroolse steenhouwers Starck, Zangerlé of Graff kwamen uit de omgeving van Kappl in het Paznaudal. Ze bewerkten de steen vooral artistiek en brachten typische Tiroolse symbolen mee naar Recht. Bijna al hun kunstwerken zoals kruisen, communiebanken in de kerken of bovendrempels van deuren werden met een "JHS" versierd.

Veel inwoners van Recht leerden het vak van de steenhouwer. In de bloeitijd leefden zo'n twaalf familiebedrijven met 50 à 70 medewerkers van de winning en verwerking van de blauwe lei uit Recht.